Theodorus Antonius van den Oord

De familie Van den Oord, die woont aan de Frederik Hendriklaan 4, telt zes zonen, zoals wel meer families Van den Oord. Vijf van die zonen komen volgens hun leeftijd in aanmerking voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Volgens zijn valse persoonsbewijs is Theo 17, maar in werkelijkheid is hij 19, zodat ook hij eraan zou moeten geloven. Tot nu toe zijn echter alle broers erin geslaagd uit handen van de Duitsers te blijven. Theo speelt een rol in het verzet, hoofdzakelijk als koerier.

Op 22 januari 1945, midden in de hongerwinter, is Theo op gestolen Duitse laarzen in de sneeuw op pad. Hij komt uit Warmond en is via de Abtspoelweg op weg naar huis. Daar denken ze dat hij naar de Maredijk is waar surrogaattabak te krijgen zou zijn, maar in werkelijkheid is hij naar Warmond gelopen om daar iets naartoe te brengen. Bij de toegang tot de boerderij van Treur (nu is daar de Poelgeesterweg) ziet hij achter zich uit de Kwaaklaan een Duitse patrouille aankomen, vijf man sterk. Hij bedenkt zich geen ogenblik en rent gebukt verder, het aan de andere kant van de weg gelegen land van Treur op en verder langs de lage heg naast de vijver van de Laan van Alkemade.

De grafzerk van Theo van den Oord, op het kerkhof achter de R.K. Willibrordkerk.

Theo van den Oord.

Tegenwoordig staan daar de doelen van de hockeyvelden 3, 2 en 1. Twee van de Duitsers zetten de achtervolging in. Bij veld 1 steekt Theo dwars door een volkstuin richting Hofbrouckerlaan. Van de door de Duitsers op grote afstand afgevuurde geweerschoten is er één raak. Dodelijk gewond zakt Theo neer, en even later is hij overleden. ‘Das war ein prima Schuss’ hoort later een onderduiker bij Treur de ene Duitser tegen de andere zeggen.

Zodra het gemeentehuis is geïnformeerd, voeren twee mannen van de gemeentewerf hem op een handkar af.

Een lijkkist is niet meer te krijgen. Theo wordt in een laken gewikkeld en zo begraven op het kerkhof van de St. Willibrord kerk aan de Haarlemmerstraatweg te Oegstgeest. ‘Door ’s vijands hand getroffen’, staat er op zijn grafsteen.